OpenAI: NYT heeft chatbots "gehackt" om bewijsmateriaal te verzinnen. New York Times: Heeft niets illegaals gedaan. Het kattengevecht gaat door.

Pictogram voor leestijd 2 minuut. lezen


Lezers helpen MSpoweruser ondersteunen. We kunnen een commissie krijgen als u via onze links koopt. Tooltip-pictogram

Lees onze openbaarmakingspagina om erachter te komen hoe u MSPoweruser kunt helpen het redactieteam te ondersteunen Lees meer

Belangrijkste opmerkingen

  • OpenAI weerlegt auteursrechtclaims van NYT en stelt dat de Times hun systemen heeft gemanipuleerd.
  • NYT ontkent manipulatie en stelt dat ze de producten van OpenAI eenvoudigweg hebben gebruikt voor het verzamelen van bewijsmateriaal.

OpenAI betwist een rechtszaak wegens inbreuk op het auteursrecht, aangespannen door de New York Times. The Times beweert dat OpenAI en zijn financier, Microsoft, zijn artikelen zonder toestemming hebben gebruikt om chatbots zoals ChatGPT te trainen.

OpenAI ontkent deze beweringen en beweert dat De beschuldigingen van de Times voldoen niet aan de gebruikelijke journalistieke normen. Dat betogen ze de Times manipuleerde hun systemen via prompts die de gebruiksvoorwaarden van OpenAI schonden, waarbij ze in wezen hun chatbots ‘hackten’ om misleidend bewijsmateriaal te genereren. OpenAI beweert verder dat ze geen inbreuk hebben gemaakt op auteursrechten en dat de rechtszaak van de Times een verkeerde voorstelling geeft van de mogelijkheden van hun technologie. Dit komt nadat NYT het zei De onwettige modeltraining van OpenAI kost hen ‘miljarden’. Hier is nog een voorbeeld van de saga.

De New York Times ontkent wangedrag en stelt dat ze de producten van OpenAI legitiem hebben gebruikt om bewijsmateriaal te verzamelen ter ondersteuning van hun auteursrechtclaims. Deze rechtszaak maakt deel uit van een bredere trend die opkomt binnen de technologiesector, waarbij houders van auteursrechten steeds meer de methoden van technologiebedrijven ter discussie stellen om AI-systemen te trainen. Het is letterlijk een kattengevecht. 

De juridische vraag of het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal voor AI-training onder redelijk gebruik valt, blijft onbeslist door de rechtbanken. OpenAI spreekt vertrouwen uit in hun standpunt, in de overtuiging dat het fair-use-argument uiteindelijk in hun geval de overhand zal krijgen. 

Ze beweren dat AI-modellen, vergelijkbaar met de New York Times zelf, kennis kunnen verwerven over feitelijke informatie, ongeacht of ze direct betrokken waren bij de totstandkoming ervan.

Het juridische geschil is aan de gang en beide partijen presenteren hun argumenten. De rechtbank zal uiteindelijk de geldigheid van de auteursrechtclaims en de beschuldigingen van manipulatie vaststellen.

Meer hier.

Meer over de onderwerpen: New York Times, openAI